Op welke leeftijd leert een kind een bepaalde vaardigheid? Van de ontwikkeling tussen 0 tot 24 maanden vind je hier gemiddelde leeftijden waarop je baby iets kan of begint te leren. Niet elk kind is hetzelfde, het kan zijn dat jouw kind iets sneller of pas later doet dan gemiddeld.
Wat kunnen/leren baby's 0-12 maanden
Meeste kinderen
- Reageren op geluiden
- Staren naar gezichten
- Hoofdje optillen al liggend op buik
Helft van de kinderen
- Objecten kort volgen met ogen
- Ooh en aah geluiden maken
- Zwart-wit patronen zien
Aantal kinderen
- (Glim) lachen
- Hoofd 45 graden houden
Meeste kinderen
- Objecten volgen in gezichtsveld
- Handjes ontdekken
- Korte tijd het hoofdje omhoog houden
Helft van de kinderen
- (Glim) lachen
- Hoofd 45 graden houden
Aantal kinderen
- Hoofd stevig omhoog houden
- Enig gewicht dragen op benen
- Hoofd en schouders optillen al liggend op buik
Meeste kinderen
- Je gezicht en geur herkennen
- Hoofd stevig omhoog houden
Helft van de kinderen
- “Bellen blazen”
- Je stem herkennen
- Hoofd en schouders optillen al liggend op buik
Aantal kinderen
- Omrollen van buik naar rug
- Draaien naar harde geluiden
- Handen samenbrengen, slaan naar speeltjes
Meeste kinderen
- (Glim) lachen
- Enig gewicht dragen op benen
Helft van de kinderen
- Speeltjes grijpen
- Omrollen van buik naar rug
Aantal kinderen
- Eerste tandje krijgen
- Duidelijke kleuren onderscheiden
- Met handen en voeten spelen
- Eigen naam herkennen
- Bewegen naar nieuwe geluiden
- Beide kanten oprollen
- Kortstondig zitten zonder hulp
- Objecten in mond stoppen
- Verlatingsanst ontwikkelen
- Draaien naar geluiden en stemmen
- Geluiden nabootsen
- Beide kanten oprollen
- Klaar voor vast voedsel
- Kortstondig zitten zonder hulp
- Objecten in mond stoppen
- Objecten van hand naar hand bewegen
- Beginnen met kruipen
- Objecten naar zich toe trekken
Meeste kinderen
- Zitten zonder steun
- Objecten naar zich toe trekken
Helft van de kinderen
- Beginnen met kruipen
- Nerveus worden rond vreemden
Aantal kinderen
- Zwaaien
- Staan terwijl vasthouden aan iets
- Objecten tegen elkaar aan slaan
- Objecten van hand naar hand bewegen
- Staan terwijl vasthouden aan iets
- Kruipen
- Wijzen naar iets
- Zoeken naar verborgen objecten
- Optrekken tot staan
- Met gebaren aangeven wat hij/zij wil
Meeste kinderen
- Staan terwijl vasthouden aan iets
Helft van de kinderen
- Drinken uit drinkbeker
- Eten met vingers
- Objecten tegen elkaar aan slaan
Aantal kinderen
- Kiekeboe spelen
Meeste kinderen
- Zwaaien
- Dingen oppakken met vingertjes
- Kruipen met buik van de grond
Helft van de kinderen
- Met gebaren aangeven wat hij/zij wil
Aantal kinderen
- Enkele momenten alleen staan
- Objecten in ‘iets’ doen
- Kiekeboe spelen
- Enkele momenten alleen staan
- “Nee” begrijpen en simpele aanwijzingen
- Objecten in ‘iets’ doen
- Mensen nadoen
- Met gebaren aangeven wat hij/zij wil
- Enkele stappen doen
- Alleen lopen
Wat kunnen/leren kinderen 13-24 maanden
Meeste kinderen
- Buigen om object op te pakken
Helft van de kinderen
- Armen of benen op houden wanneer worden aangekleed
Aantal kinderen
- Woord en gebaar combineren om iets duidelijk te maken
- Bal heen en weer rollen
- Met vingers eten
- Doos (o.i.d.) met objecten legen
- Mensen imiteren
- Beginnen met spelletjes
- Reageren op aanwijzingen
- Vork en lepel gebruiken
- Duwen en trekken speelgoed tijdens lopen
Meeste kinderen
- Spelen met bal
- Achteruit lopen
Helft van de kinderen
- Rennen
- Steeds vaker het woord “nee” gebruiken
Aantal kinderen
- In huis “helpen”
Meeste kinderen
- Pagina van boek omslaan
- Woedeaanvallen krijgen wanneer gefrustreerd
- Gehecht raken aan knuffel of speelgoed
Helft van de kinderen
- Klimmen
- Blokjes opstapelen
- Vork en lepel gebruiken
Aantal kinderen
- Kledingstuk zelf uittrekken
- Houden van bewegend speelgoed
- Duidelijker praten
- Onderhands bal gooien
- Dansen op muziek
- Speelgoed sorteren op kleur, maat, vorm
- Bal schoppen
- Zelf boek ‘lezen’
- Van 2 woorden een ‘zin’ maken
- Tanden poetsen met hulp
- Bovenhands een bal gooien
- Speelgoed uit en in elkaar zetten
- Vork en lepel gebruiken
- Rennen
- Bal onderhands gooien
- Graag in huis ‘helpen’
- Tenminste 200 woorden begrijpen
- Herkennen wanneer iets verkeerd is
- Handen wassen en drogen met hulp
- Wijzen naar plaatje wanneer ze iets bij naam noemen
- Weten wanneer ze moeten plassen
Meeste kinderen
- Eigen kleren uit doen
Helft van de kinderen
- Woorden leren, 10 per dag
- Trap oplopen
Aantal kinderen
- Rechte lijn trekken
- Enkele lichaamsdelen benoemen
Meeste kinderen
- Trap oplopen
- Bepaalde doelen stellen
Helft van de kinderen
- Bal bovenhands gooien
- Bal schoppen
Aantal kinderen
- Simpel plaatje in boek benoemen
- Trap aflopen
Meeste kinderen
- Bal schoppen
- 2-delige aanwijzingen volgen
Helft van de kinderen
- Simpele puzzels doen
- Rechte lijn trekken
- Enkele lichaamsdelen benoemen
Aantal kinderen
- Gemakkelijke kleding aandoen
- Klaar voor een ‘groot’ bed
- Begrijpen enkele tegenstellingen (lang-kort)
Meeste kinderen
- Simpel plaatje in boek benoemen
- 50-70 woorden gebruiken
Helft van de kinderen
- Deuren openen
- Simpele liedjes ‘zingen’
- Steeds leuker vinden met andere kinderen te spelen
Aantal kinderen
- Praten over zichzelf
- Vragen “waarom?”
Meeste kinderen
- Helft van wat gezegd is verstaanbaar
- 2-3 woorden zinnen maken
Helft van de kinderen
- Praten over zichzelf
- Trap aflopen
Aantal kinderen
- Beginnen abstracte dingen te begrijpen
- Springen
Dit delen:
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Pinterest te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend)